Geert Wilders heeft zichzelf vergeleken met Donald Trump tijdens de republikeinse conventie. Hij en zijn Amerikaanse evenknie zijn in opkomst ‘omdat het volk zich niet meer vertegenwoordigd voelt door hun politieke leiders.’ Die hebben, volgens hem, te weinig oog voor immigratie, werkloosheid en terrorisme. Behalve aandacht voor werkloosheid kan ik dat met hem meevoelen. Hij heeft nog een eigenschap met Trump gemeen, behalve quasi blond zijn, namelijk dat hij geen oplossing biedt maar slechts kreten. Daarbij wordt demagogie niet geschuwd, niet bij leugenaar Trump maar ook niet bij amokmaker Wilders. Er is overeenkomst, maar niet om trots op te zijn.