In de kroeg stond een oude man die mij belangstellend aankeek.
‘Hoe gaat het met u?’ vroeg hij.
‘Mijn vriendin heeft mij net verlaten’, bromde ik.
‘Heb ook die ellende gehad’, hij knikte begrijpend.
‘Och ja?’ zei ik met een tikje belangstelling.
‘Ja zeker, hoe mooier ze zijn hoe meer gedonder’, hij zuchtte. ‘Wilt u een drankje?’
Ik had al teveel gehad, maar wat kon mij dat schelen, ik moest iets zeggen ‘Heeft U veel geliefdes gehad?
‘Ja’, antwoordde hij, ‘vrouwen niks dan ellende.’ Ik ontving zijn meewarige blik.
Zag mijn vriendin plotseling weer voor mij staan en alles was vergeven.