Het was mijn laatste avond in het onbetekenende dorp
Dicht bij huis met een afstand van slechts een steenworp
Ik had er mijn laatste grote liefde ontmoet
Vervagende herinneringen uit diepste gemoed
Ik had geen spijt om te vertrekken
Geen behoefte dromen weer op te wekken
Zou ik ooit tot rust komen vroeg ik mij af?
Was eenzaamheid als senior geen boete maar straf?
De reis was toch altijd al de bestemming?
Of was het na al die jaren gewoon gewenning?
Ik keek om mij heen niets dat mij nog bond
Afwisseling doet leven dacht ik, de cirkel is rond